Module Prothesezorg
Steun ons doel
Begrippenlijst
Begrip | Omschrijving | Bron |
Aanvullend hulpmiddel | Zie hulpmiddel, aanvullend |
|
Activiteiten | Onderdelen van iemands handelen. De term verwijst naar het functioneren vanuit individueel perspectief. | ICF (RIVM, 2002, 2018) |
Adequaat hulpmiddel | Zie hulpmiddel, adequaat |
|
Anatomische eigenschappen | Anatomische eigenschappen betreffen de positie, aanwezigheid, vorm en continuïteit van onderdelen van het menselijk lichaam. Tot de onderdelen van het menselijk organisme worden gerekend lichaamsdelen, orgaanstelsels, organen en onderdelen van organen. | ICF (RIVM, 2002, 2018) |
Armprothese | Een armprothese is een uitwendig hulpmiddel dat een afwezige of deficiënte arm77 geheel of gedeeltelijk vervangt. Een armprothese is een geïntegreerde constructie die opgebouwd is uit componenten. | Naar analogie van beenprothese (Bougie, 2019) |
Basisrichtlijn | Basisrichtlijn Hulpmiddelenzorg is het resultaat van Fase 1 van het project ‘Opstellen Richtlijnen voor Functiegerichte Aanspraak hulpmiddelen (RiFA). Fase 1 = opstellen van een basisrichtlijn als generieke Basisrichtlijn Hulpmiddelenzorg. Het is een uitgewerkte versie van de procesbeschrijving hulpmiddelenzorg die gebruikt kan worden bij de ontwikkeling van meer specifieke richtlijnen. De term ‘basis’ geeft aan dat het gaat om een raamwerk dat later voor specifieke doelgroepen of hulpmiddelenklassen kan worden ingevuld; de term ‘generiek’ wordt gebruikt om aan te geven dat het gaat om een richtlijn die is te gebruiken voor alle soorten hulpmiddelen ongeacht de wijze van financiering. De Basisrichtlijn (BRL) is in die zin dus een Multiprofessionele, procesmatige richtlijn. | RiFA (CG-Raad,2010) |
Beenprothese | Een beenprothese is een uitwendig hulpmiddel dat een afwezig of deficiënt been78 geheel of gedeeltelijk vervangt. Een beenprothese is een geïntegreerde constructie die opgebouwd is uit componenten. | Bougie, 2019 |
Behandelkader | Een behandelkader is een landelijke set van minimale eisen met betrekking tot de behandeling van een vooraf gedefinieerde patiëntendoelgroep. Een behandelkader geeft aan wat de benodigde inhoudelijke deskundigheid en welke professionals betrokken moeten zijn. Het behandelkader dient inhoudelijk te worden afgestemd met de landelijke richtlijn. Op basis van een behandelkader kunnen behandelprogramma’s op lokaal niveau worden ontwikkeld. | https://revalidatiegenee skunde.nl/behandelkade rs |
Beoogd functioneren | Functies, activiteiten en participatie die de cliënt wil, kan en mag uitvoeren. Daarbij dient rekening gehouden te worden met wat haalbaar is (bijvoorbeeld gezien de ernst van de aandoening en de aanwezige stoornissen), de wensen van de cliënt zelf en externe en persoonlijke factoren (bijvoorbeeld beschikbaarheid hulp en hulpmiddelen, motivatie, financiële mogelijkheden, woonsituatie). | Generiek model VRA |
Beperkingen | De moeilijkheden die iemand heeft met het uitvoeren van bepaalde activiteiten. Een beperking kan een lichte of ernstige afwijking in kwalitatieve of kwantitatieve zin betreffen bij het uitvoeren van de activiteit. | ICF (RIVM, 2002, 2018) |
Botverankerde prothese | Een prothese waarbij de prothese componenten met behulp van een osseointegratie implantaat aan het lichaam van een persoon met een been/arm amputatie bevestigd zijn. | Leijendekkers et al., 2016 |
Chirurgisch team | Het team van professionals dat zorgdraagt voor de cliënt die een amputatie ondergaat of heeft ondergaan (gericht op behandeling). NB Voor samenstelling van het chirurgisch team: zie tabel ‘betrokkenen’. |
|
Cliënt | De betrokkene zelf / patiënt / prothesegebruiker / verzekerde, maar ook ouder / verzorger / mantelzorger / partner / kind / wettelijk vertegenwoordiger. | Procesbeschrijving hulpmiddelenzorg / aangepast |
Classificatie- of codestelsel | Een stelsel van regels waarin is vastgelegd hoe zorggegevens worden gegenereerd, vertaald, verzonden en gedecodeerd ten behoeve van elektronische uitwisseling. | Zorginstituut |
Componenten, prothese- | Onderdelen waaruit een arm- of beenprothese is opgebouwd.79. Het gaat meestal om één of | Bougie, 2019 |
| meerdere halffabricaten. Bijvoorbeeld knie-units, enkel-voet units, liners en prothesekokers. |
|
‘Definitieve’ prothese | De prothese die aan het einde van fase 4 is gemaakt / samengesteld. |
|
Doeltreffendheid en doelmatigheid | Zie effectiviteit en efficiëntie |
|
Effectiviteit (doeltreffendheid) en efficiëntie (doelmatigheid of kosteneffectiviteit)
Dit zijn twee gerelateerde begrippen met een delicaat maar niettemin belangrijk verschil in de betekenis. | Doeltreffendheid of effectiviteit geeft aan dat het doel van een activiteit gerealiseerd wordt.
Doelmatigheid of efficiëntie of kosteneffectiviteit is het bereiken van een doel met gebruik van zo weinig mogelijk middelen. Een proces is doelmatig als het ten opzichte van een norm weinig middelen gebruikt. Deze middelen kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op tijd, inspanning, arbeidsuren, grondstoffen of geld. Het voorkomen van verspilling is vaak een goede manier om de doelmatigheid te vergroten.
NB1 als je het over zorg hebt is het beter over doeltreffend en doelmatig te hebben (i.p.v. over doelmatig en doeltreffend) omdat onderzoek naar doelmatigheid geen zin heeft als een interventie niet effectief is. De eerste stap is dus altijd kijken naar de doeltreffendheid en als die op orde is, kan onderzoek worden gedaan naar de doelmatigheid. NB2 bij vragen rond ‘doelmatigheid vanuit cliëntenperspectief’ gaat het eigenlijk altijd over doeltreffendheid in het kader van een prothese: doet de prothese dat wat de cliënt ervan verwacht. Bij vragen rond ‘doelmatigheid vanuit zorgverzekeraarsperspectief’ gaat het meestal om ‘echte’ doelmatigheid. De prothese moet doen waarvoor het is bedoeld maar tegen zo min mogelijk kosten. | Oproep Goed Gebruik Hulpmiddelenzorg – open ronde 3; https://www.zonmw.nl/f ileadmin/user_upload/O pen_ronde_3.pdf |
Eigen regie | Vermogen van een persoon om zelf te bepalen op welke wijze hij het eigen leven inricht (wonen, werken, sociale contacten) en hoe de zorg en/of begeleiding bij eventuele ziekte daarbij wordt ingevuld. | Glossarium Zorginstituut |
Externe factoren | Deze verwijzen naar alle aspecten van de externe of extrinsieke wereld die de achtergrond van iemands leven vormen en als zodanig iemands functioneren beïnvloeden. Externe factoren omvatten de al dan niet door mensen gemaakte, fysieke wereld en zijn verschijnselen, andere mensen in verschillende relaties en rollen, attitudes en waarden, sociale systemen en dienstverlening, beleid, regels en wetten. | ICF (RIVM, 2002, 2018) |
Functiegerichte aanspraak | De verzekeringsrechten in de zorgverzekeringswet zijn functiegericht omschreven. Dat betekent dat in | Memorie van Toelichting Zorgverzekeringswet |
| de Zvw bepaald is welke zorg verzekerd is (het wat), maar dat niet bepaald wordt welke persoon of instelling deze zorg moet verlenen (het wie en hoe). |
|
Functies | Functies zijn de fysiologische en mentale eigenschappen van het menselijk organisme. | ICF (RIVM, 2002, 2018) |
Functionaliteitsdiagnose | Een beroepsspecifiek oordeel van de zorgverlener over het gezondheidsprofiel van de cliënt als basis voor het – in samenspraak met de cliënt – op te stellen behandelplan. | Naar: Heerkens et al., 1997 |
Functionele eisen | De functionele eisen geven weer aan welke eisen het in te zetten product moet voldoen qua uitvoering en mogelijkheden. Deze eisen zijn merkonafhankelijk wat betekent dat er geen type / merk product aan is gekoppeld. | Nictiz/ kopgroep EvT |
Functioneren | Functioneren is de parapluterm voor functies, anatomische eigenschappen, activiteiten en participatie. Het functioneren van een persoon kan worden beschreven met behulp van een (combinatie van) functie(s) en/of anatomische eigenschap(pen) en/of activiteit(en) en/of participatie. | ICF (RIVM, 2002, 2018) |
Functionerend hulpmiddel | Zie hulpmiddel, functionerend |
|
Functioneringsgericht voorschrijven | In de Zvw verzekerde hulpmiddelenzorg betekent functioneringsgericht voorschrijven dat bij de keuze van een adequaat hulpmiddel rekening gehouden wordt met de functioneringsproblemen van de individuele verzekerde. | PH (Nictiz, 2009) |
Functioneringsproblemen en daaruit voorkomende behoeften | Bij functioneringsproblemen is er sprake van een (combinatie van) stoornis(sen) en/of beperking(en) en/of participatieproble(e)m(en). Voortkomend uit de aandoening ontstaan stoornissen en beperkingen die het functioneren van verzekerde in zekere mate belemmeren. Gekoppeld aan die stoornissen en beperkingen bestaan er behoeften bij verzekerde om deze problemen op enigerlei wijze te compenseren dan wel op te heffen. | PH (Nictiz, 2009) / ICF (RIVM, 2002, 2018) |
Generieke module | Zie zorgmodule. |
|
Hulpmiddel | Any product (including devices, equipment, instruments and software), especially produced or generally available, used by or for persons with disability
| ISO 9999, 2016 |
|
NB1 er is nog geen Nederlandse vertaling beschikbaar van de ISO 9999, 2016 NB2 niet alle hulpmiddelen zijn ook ‘medische’ hulpmiddelen, maar prothesen zijn dat wel! |
|
Hulpmiddel, aanpasbaar | Een hulpmiddel dat ontworpen en gemaakt is om te voldoen aan bepaalde functionele behoeften. Is normaliter beschikbaar in een aantal maatvoeringen. Het hulpmiddel behoeft aanpassing door de leverancier om het geschikt te maken voor gebruik door een bepaalde cliënt. Een geprefabriceerd hulpmiddel wordt industrieel seriematig vervaardigd op basis van standaard maten en modellen. Voor het geprefabriceerd hulpmiddel op de markt gebracht wordt moet het voldoen aan de Richtlijn Medische Hulpmiddelen en voorzien zijn van de CE-conformiteitmarkering. |
|
Hulpmiddel, aanvullend | Een hulpmiddel dat naast de prothese wordt gebruikt om het beoogd functioneren te realiseren (bijv. een kruk of een rolstoel). |
|
Hulpmiddel, adequaat | Een hulpmiddel is adequaat (passend / geschikt) als het doet wat het moet doen rekening houdend met de omstandigheden die het functioneringsprobleem van de cliënt bepalen (doeltreffend en cliëntgericht), maar als het niet ingewikkelder is dan nodig (doelmatig). |
|
Hulpmiddel, functionerend | Het hulpmiddel is gebruiksklaar (het hulpmiddel werkt en de verzekerde weet hoe hij met het hulpmiddel om moet gaan). Het hulpmiddel is te allen tijde adequaat (gepast of geschikt voor de omstandigheden van de verzekerde). | Rijksoverheid |
Hulpmiddel, medisch | Medisch hulpmiddel is elk instrument, toestel of apparaat, software, implantaat, reagens of materiaal, dat door de fabrikant is bestemd om alleen of in combinatie te worden gebruikt bij de mens voor een of meer van de volgende specifieke medische doeleinden:
| MDR (EU) 2017/745 art. 2, lid 2 |
| het menselijk lichaam, waaronder orgaan- , bloed- en weefseldonaties; waarbij de belangrijkste werking in of op het menselijk lichaam niet met farmacologische of immunologische middelen of door metabolisme wordt bereikt, maar wel door dergelijke middelen kan worden ondersteund. |
|
Hulpmiddelenzorg | Het geheel van op elkaar afgestemde zorg rond hulpmiddelen. Het proces start bij het signaleren van het probleem en eindigt bij de evaluatie of het hulpmiddel beantwoordt aan het beoogde doel. Tussentijdse beëindiging van het proces is aan de orde als blijkt dat het hulpmiddel geen geschikte oplossing is. Tussentijds instappen is aan de orde als het gaat om vervanging van het hulpmiddel bij een ongewijzigde situatie en een stabiel verloop.
Het Generiek Kwaliteitskader Hulpmiddelenzorg beschrijft wat goede hulpmiddelenzorg voor thuiswonende cliënten inhoudt. Uitgangspunt: iedere verzekerde die daar recht op heeft, moet – binnen de reikwijdte van de zorgplicht – een hulpmiddel krijgen dat het beste past bij zijn of haar persoonlijke situatie. Het Kwaliteitskader beschrijft hoe dat proces hoort te verlopen. De zorgvraag van de cliënt weegt daarbij zwaar. | PH (Nictiz, 2009)
|
Hulpvraag | Motief en doel van de patiënt om bij een zorgverlener te komen, bepaald door eigen opvattingen en belevingen. Daartoe behoren ook de verwachtingen van de hulp van de zorgverlener. |
|
Human Related Intended use (HRIU) | Dat wat het hulpmiddel, beredeneerd vanuit beoogd functioneren, mogelijk moet maken in de ogen van de cliënt. Activiteiten die de cliënt met het hulpmiddel wil doen (bijvoorbeeld boodschappen kunnen doen, kunnen sporten), dan wel die door het hulpmiddel worden overgenomen (bijvoorbeeld traplopen) en functies / anatomische eigenschappen die door het hulpmiddel worden ondersteund (bijvoorbeeld ademhaling) of vervangen/overgenomen (bijvoorbeeld bij iemand die een ledemaat mist). | PH (Nictiz, 2009) |
Indicator | Een meetinstrument als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder aa van de Zorgverzekeringswet. Meetbaar aspect, uitgedrukt in een getal of percentage, dat iets zegt over de kwaliteit van zorg; gewoonlijk wordt een norm gesteld waaraan voldaan moet worden. | Zorginstituut |
Informatiestandaard | Een informatiestandaard is een verzameling afspraken die er voor moeten zorgen dat partijen in de zorg informatie over de verleende zorg met de juiste kwaliteit betrouwbaar en tijdig kunnen vastleggen, opvragen, uitwisselen en overdragen. | Zorginstituut |
|
|
|
Kokerprothese | Een prothese waarbij de prothese componenten met behulp van een prothesekoker aan het lichaam van een persoon met een been/arm amputatie bevestigd zijn. | Paterno et al., 2018 |
Kwaliteitskader | Een document met landelijke normen voor de organisatie van zorg en het kwaliteitsbeleid binnen een bepaalde sector, discipline of onderdeel van de zorg en de (rand)voorwaarden die daarvoor nodig zijn. Dit vormt de basis voor het nemen van bestuurlijke verantwoordelijkheid en afleggen van verantwoording, en voor toezicht en bekostiging. Het kwaliteitskader is leidend voor nadere beschrijving van de zorg in richtlijnen en zorgstandaarden. | ZIN, 2014 / 2019 |
Kwaliteitsstandaard | Richtlijn, module, norm, zorgstandaard dan wel organisatiebeschrijving, die:
| ZIN, 2014/2019 |
Liner80 | Een interface die wordt toegepast als tussenlaag tussen de huid en de binnenwand van de prothese koker. NB Liners worden gebruikt om de prothesekoker te verbinden aan de stomp. Daarbij draagt de liner ook bij aan het optimaliseren van het krachtenspel op de stomp en krachten die overgebracht moeten worden naar de prothesekoker en de prothese als geheel. | Bougie, 2019 |
Machtiging | Voor sommige behandelingen, waaronder hulpmiddelen, moet de cliënt vooraf toestemming (machtiging) aanvragen bij zijn zorgverzekeraar. Pas als de cliënt die toestemming heeft, krijgt hij de kosten vergoed. Wordt vooraf geen toestemming (machtiging) aangevraagd, dan is het mogelijk dat de cliënt geen vergoeding krijgt. Meestal is het zo dat als een zorgverlener een contract heeft met deze zorgverzekeraar, de zorgverlener de machtiging voor de cliënt aanvraagt. Bij een zorgverlener zonder contract dient de cliënt zelf een toestemmingsformulier in te vullen samen met de zorgverlener. |
|
Medical Device Regulation (MDR) | De Medical Device Regulation (2017/745/EU) is op 25 mei 2017 van kracht geworden. Na een overgangsperiode gelden vanaf 26 mei 2020 in de |
|
| Europese Unie deze nieuwe strengere regels voor medische hulpmiddelen.81 |
|
Meetinstrument | Een middel (vragenlijst of indicator) waarmee een indicatie kan worden verkregen van de kwaliteit van de geleverde zorg. | Zvw, Art. 1 eerste lid onder aa |
Module | Zie zorgmodule |
|
Oefenopstelling | Een tijdelijke opstelling die toetst of de voorgestelde oplossing tegemoet komt aan de gestelde functionele eisen en of de cliënt in staat is de voorgestelde armprothese aan te sturen/ te bedienen / adequaat te gebruiken en te ervaren. De oefenopstelling is onderdeel van het selectieproces en met name bedoeld om de match tussen het programma van eisen en de te koppelen producteigenschappen te maken. |
|
Oefenprothese | Van een oefenprothese wordt gebruik gemaakt om de kijken of het voorgesteld ontwerp geschikt is met betrekking tot de huidbelastbaarheid in relatie tot (overbrengen van) gewicht. De oefenprothese heeft een universele pasvorm is eigendom van de zorginstelling. |
|
Onderhoudsplan | Plan waarin staat aangegeven wie de eigenaar is van de module en hoe deze wordt onderhouden. |
|
Oplossingsrichting | In het kader van hulpmiddelenzorg wordt hiermee bedoeld dat een keuze wordt gemaakt tussen het al dan niet inzetten van het binnen het betreffende Kwaliteitskader centraal staande hulpmiddel (hier een prothese), een andere zorgvorm (bijv. een operatie of medicatie) of een ander hulpmiddel (bijv. een rolstoel) dan wel een combinatie van het betreffende hulpmiddel (hier prothese) met een andere zorgvorm of een ander hulpmiddel. NB Als niet gekozen wordt voor een prothese eindigt het proces van prothesehulpmiddelenzorg. |
|
Osseointegratie implantaat | Een implantaat wat met zijn proximale uiteinde chirurgisch geïmplanteerd wordt in de intramedullaire holte van een bot en met het distale uiteinde percutaan uit de stomp steekt. De verankering van het implantaat in het bot vindt primair chirurgisch plaats en secundair door ‘osseointegratie’ (een mechanische verbinding tussen het botweefsel en het metalen implantaat). | Thesleff et al., 2018 |
Participatie | Iemands deelname aan het maatschappelijk leven. | ICF (RIVM, 2002, 2018) |
Participatieproblemen | Participatieproblemen zijn de problemen die iemand heeft met het deelnemen aan het maatschappelijk leven. | ICF (RIVM, 2002, 2018) |
Paskoker | De paskoker is bedoeld als tussentijdse toets op de juiste pasvorm (contour en volume). De paskoker is daarmee onderdeel van het productieproces van een prothese. |
|
Probeerfase | De fase waarin de prothese – met eventuele wisseling van componenten – wordt geprobeerd voor zover het gekozen ontwerp uitproberen toelaat. |
|
Product Related Intended Use (PRIU) | Een productkenmerk waarmee de fabrikant aangeeft wat de cliënt van het product kan en mag verwachten. Het is dus een kenmerk met een wettelijke status. Uitgeschreven gaat het om de volgende soorten producteigenschappen:
| RiFA (CG-Raad, 2010) |
Proefprothese | Dit is de voorfase van de ‘definitieve’ prothese en kan zowel in een therapeutische setting als in de thuissituatie ingezet worden. De proefprothese |
|
| sluit nauw aan op de behoeften vanuit het PvE en heeft een individuele pasvorm. In technische zin wordt de proefprothese zo geconstrueerd dat de beoogde pasvorm en fitting eventueel goed aanpasbaar zijn en dat de uitlijning van de prothese eenvoudig verstelbaar is. |
|
Programma van eisen | Een specificatie van de vereiste productkenmerken voor een hulpmiddel. Het programma van eisen komt tot stand door de verwachtingen ten aanzien van het hulpmiddel (weergegeven in human related intended use {HRIU]) te matchen met algemene productkenmerken (weergegeven in product related intended use [PRIU]). | RiFA (CG-Raad, 2010) |
Prothese, arm | Zie armprothese |
|
Prothese, been- | Zie beenprothese |
|
Prothese, botverankerde | Zie botverankerde prothese |
|
Prothese, ‘definitieve’ | Zie ‘definitieve’ prothese |
|
Prothese, koker- | Zie kokerprothese |
|
Prothese, oefen- | Zie oefenprothese |
|
Prothese, proef- | Zie proefprothese |
|
Prothese, soort | Qua ledemaat: arm- en beenprothese. Qua bevestiging: kokerprothesen en botverankerde prothesen. |
|
Prothesecomponent | Zie component |
|
Prothesekoker | Het component van de prothese die de stomp omvat en beschermt en tevens krachten overbrengt van het lichaam naar de rest van de prothese. Aan de koker worden de overige componenten bevestigd. |
|
Prothesezorg | Zie hulpmiddelenzorg |
|
Protocol | Aanpassing op maat van een zorginhoudelijke richtlijn voor gebruik in een bepaalde omgeving. | RiFA (CG-Raad, 2010) |
Register | Openbaar Register als bedoeld in artikel 66b, eerste lid van de Zorgverzekeringswet, waarin kwaliteitsstandaarden, informatiestandaarden en meetinstrumenten worden opgenomen die getoetst zijn aan de criteria uit het Toetsingskader. Het Register is bedoeld om transparantie te bevorderen en kwaliteit van zorg voor iedereen zichtbaar te maken, zowel voor professionals als voor burgers. | Zorginstituut |
Revalidatie | ‘Het (weer) valide worden’ is een overkoepelende term die in grote lijnen onderverdeeld kan worden in Medisch Specialistische Revalidatie, Revalidatiegeneeskunde, eerstelijnsrevalidatie en geriatrische revalidatiezorg (GRZ). | Position Paper Revalidatiegeneeskunde |
Revalidatie, medisch specialistische | Medisch specialistische revalidatie is toegerust voor diagnostiek en behandeling van kinderen en volwassenen met complexe, vaak blijvende en met elkaar samenhangende problemen van (de ontwikkeling van) functies als motoriek, sensoriek, cognitie, spraak, taal en/of gedrag. Bovengenoemde problemen kunnen worden veroorzaakt door aangeboren of verworven ziekten en/of aandoeningen (beschadigingen) van het houdings- en bewegingsapparaat, het centrale en/of perifere zenuwstelsel, de cardiovasculaire of pulmonale systemen of van een combinatie hiervan. Niet in alle gevallen (bijvoorbeeld bij jonge kinderen) is zo’n oorzaak (al) vast te stellen. Bovengenoemde problemen hebben gevolgen voor activiteiten als zelfverzorging, zich verplaatsen, denken en handelen en/of communiceren, met mogelijk ernstige consequenties voor de participatie in interpersoonlijke relaties, de rol in gezin, het huishouden, school of werk en vrijetijdsbesteding en voor sociaal- maatschappelijke functioneren. | VRA/RN. Nota indicatiestelling. 2016 |
Revalidatieteam | Het team van professionals dat er voor zorgt dat de cliënt een adequate, functionerende prothese krijgt. NB Voor samenstelling van het revalidatieteam: zie tabel 6.1. |
|
Richtlijn | Document met aanbevelingen ter ondersteuning van zorgprofessionals en zorggebruikers, gericht op het verbeteren van de kwaliteit van zorg, berustend op systematische samenvattingen van wetenschappelijk onderzoek en afwegingen van de voor- en nadelen van de verschillende zorgopties, aangevuld met de expertise en ervaringen van zorgprofessionals en zorggebruikers. | ZIN, 2014 / 2019 |
Samen beslissen | Samen beslissen (gedeelde besluitvorming, shared decision making) gaat uit van het principe dat als cliënten goed geïnformeerd worden door zorgverleners, en zelf actief betrokken worden bij de besluitvorming rond hun behandeling / zorg ze samen de best passende behandeloptie / zorgoptie kiezen. Het gaat uit van de gedachte dat zorgverleners en cliënten verschillende, maar even belangrijke, expertise in te brengen hebben bij het maken van beslissingen rond de zorg. Samen | FMS, 2019 Iets aangepast; het gaat niet alleen om artsen, maar om alle zorgverleners. |
| beslissen betekent voor zorgverleners dat ze beter kunnen inspelen op de behoeften en voorkeuren van de cliënt. Voor de cliënt betekent samen beslissen dat er een keuze wordt gemaakt die het beste aansluit bij de eigen situatie en diens persoonlijke voorkeuren.
In het proces van samen beslissen worden de volgende stappen doorlopen om ervoor te zorgen dat de beslissingen corresponderen met wat passend is voor de cliënt. Stap 1: Aangeven dat de cliënt meer dan één optie heeft en dat hij daar een stem in heeft. Stap 2: Bespreken van de verschillende opties met de cliënt waarin de volgende punten worden meegenomen:
opties;
Stap 3: Het samen komen tot een beslissing over het te volgen beleid.
Aandachtspunten voor het proces van samen beslissen:
|
|
Selecteren | Uitzoeken van de hulpmiddelen die voldoen aan het programma van eisen. | Procesbeschrijving Hulpmiddelenzorg (Nictiz-CVZ) |
Stepped care | Het principe van stepped care is: de patiënt wordt niet zwaarder behandeld dan strikt noodzakelijk is. Er wordt dus gestart met de eenvoudigste interventie die past bij de aandoening of de klachten. Pas als deze minimale interventie onvoldoende effect heeft, wordt naar een intensievere interventie overgegaan. In het kader van prothesezorg betekent stepped care, dat de eenvoudigste prothese wordt | Bijlage bij Protocollair GGZ, editie 2014 / Nederlands Huisartsen Genootschap: https://www.nhg.org/sit es/default/files/content/ nhg_org/images/thema/ stepped_care.pdf |
| geselecteerd die lijkt te voldoen aan de eisen om te komen tot het beoogd functioneren. Als deze prothese niet aan de behoefte van de gebruiker voldoet, wordt gekozen voor een betere variant. |
|
Stoornissen | Stoornissen zijn afwijkingen in of verlies van functies of anatomische eigenschappen. | ICF (RIVM, 2002, 2018) |
Taakdelegatie | Taakdelegatie is het niet structureel herverdelen van taken die in opdracht en onder supervisie worden uitgevoerd, waarbij de eindverantwoordelijkheid blijft bij de delegerende professional. | Nivel, 2017; https://www.nivel.nl/sit es/default/files/bestand en/Kansen_taakdelegati e_bedrijfsartsen.pdf |
Taakherschikking | Taakherschikking is het structureel herverdelen van taken en bijbehorende bevoegdheden en eindverantwoordelijkheid tussen verschillende beroepen. |
|
Trainen | Het leren omgaan met het hulpmiddel. De training is in feite gericht op het verkrijgen van voldoende vaardigheden in het gebruik van het hulpmiddel ter compensatie van de functioneringsproblemen. | PH (Nictiz, 2009) |
Zelfmanagement | Zelfmanagement is het individuele vermogen om goed om te gaan met symptomen, behandeling, lichamelijke en sociale consequenties en leefstijlveranderingen inherent aan leven met een chronische aandoening. | |
Zorgaanbieder | Een zorginstelling dan wel een solistisch werkende zorgverlener. |
|
Zorgdossier | Het totaal van informatie met betrekking tot de gezondheid van een cliënt inclusief de voor de cliënt vastgelegde diagnostiek en behandeling en de behandelingsovereenkomst. |
|
Zorginhoudelijke richtlijn | Stelsel van systematisch ontwikkelde aanwijzingen ter ondersteuning van de besluitvorming van zorgpartijen omtrent te verlenen zorghandelingen met betrekking tot een gezondheidskwestie in gespecificeerde zorgsituaties. | NVN-EN 13940 |
Zorginstelling | Een organisatie waarvan het hoofddoel de verzorging of behandeling van patiënten, of de bevordering van de volksgezondheid is; toevoeging in overwegingen: waaronder ziekenhuizen en instellingen, zoals laboratoria en volksgezondheidsinstituten
Hieronder moet in ieder geval het begrip ‘zorgaanbieder’, zoals gedefinieerd in artikel 1 van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg, worden begrepen. | MDR (EU)2017/745 art. 2 lid 36, Wet medische hulpmiddelen (in concept bij Eerste Kamer) |
Zorgmodule | Onderdeel van een zorgstandaard bestaande uit generieke componenten. Zorgmodules zijn ziekte- overschrijdend en werken verbindend tussen zorgstandaarden. In het kader van prothesezorg is gekozen voor de term module. | BOH, 2017 |
Zorgplan | Beschrijving van geplande, op één persoon toegesneden zorgpakketten waarin één of meer gezondheids-kwesties worden behandeld, en die alle door een zorgverlener aan een cliënt te verlenen zorghandelingen omvatten. In het zorgplan kunnen handelingen van meerdere zorgverleners staan. | Zorginstituut |
Zorgplicht |
| Memorie van Toelichting Zorgverzekeringswet https://zoek.officielebek endmakingen.nl/kst- 29763-3.html |
Zorgproces | Ontvangst en verwerking van informatie- en zorgvragen, vaststellen van de benodigde zorg, zorgbemiddeling, zorgtoewijzing, uitvoering zorgplan en evaluatie en afsluiting van de geboden zorg. | ZIN, 2015/2018 |
Zorgstandaard | Document dat de standaardisatie beschrijft van het zorgproces en de stappen die de zorggebruiker doorloopt, ter ondersteuning van zorggebruikers, | ZIN, 2014/2019 |
| zorgaanbieders, zorgprofessionals en financiers van de zorg. |
|
Zorgverlener | Iedere arts, PA-prothesiologie, ergo- /fysiotherapeut en verpleegkundige die – in het kader van de prothesezorg – betrokken is bij keuzen over gebruik, aanschaf, selectie en dergelijke van een prothese (al dan niet in combinatie met andere vormen van zorg en/of een ander aanvullend hulpmiddel). De betrokkenheid van een zorgverlener bij deze keuzen geeft een verantwoordelijkheid om daarbij zorgvuldig en integer te opereren. NB1 Voor eenduidigheid in dit document zijn de verwante termen, zorgdeskundige, zorgprofessional en voorschrijver vervangen door de ruim te interpreteren term zorgverlener. NB2 In tabel 6.1 is aangegeven welke zorgverleners een rol spelen in het kader van de Module Prothesezorg. |
|
Zorgvraag | De samen met de zorgverlener geformuleerde vraag naar door een zorgverlener te verlenen zorg en ondersteuning rond selectie, aanschaf en gebruik van hulpmiddelen (in het kader van de voorliggende module gaat het om de prothese zelf en eventuele aanvullende hulpmiddelen). |
|