Module Prothesezorg

Steun ons doel

Download het document of bekijk de lijst hieronder

Begrippenlijst

Begrip 

Omschrijving 

Bron 

Aanvullend hulpmiddel 

Zie hulpmiddel, aanvullend 

 

Activiteiten 

Onderdelen van iemands handelen. De term verwijst naar het functioneren vanuit individueel perspectief. 

ICF (RIVM, 2002, 2018) 

Adequaat hulpmiddel 

Zie hulpmiddel, adequaat 

 

Anatomische eigenschappen 

Anatomische eigenschappen betreffen de positie, aanwezigheid, vorm en continuïteit van onderdelen van het menselijk lichaam. 

Tot de onderdelen van het menselijk organisme worden gerekend lichaamsdelen, orgaanstelsels, organen en onderdelen van organen. 

ICF (RIVM, 2002, 2018) 

Armprothese 

Een armprothese is een uitwendig hulpmiddel dat een afwezige of deficiënte arm77 geheel of gedeeltelijk vervangt. Een armprothese is een geïntegreerde constructie die opgebouwd is uit componenten. 

Naar analogie van beenprothese (Bougie, 2019) 

Basisrichtlijn 

Basisrichtlijn Hulpmiddelenzorg is het resultaat van Fase 1 van het project ‘Opstellen Richtlijnen voor Functiegerichte Aanspraak hulpmiddelen (RiFA). 

Fase 1 = opstellen van een basisrichtlijn als generieke Basisrichtlijn Hulpmiddelenzorg. Het is een uitgewerkte versie van de procesbeschrijving hulpmiddelenzorg die gebruikt kan worden bij de ontwikkeling van meer specifieke richtlijnen. De term ‘basis’ geeft aan dat het gaat om een 

raamwerk dat later voor specifieke doelgroepen of hulpmiddelenklassen kan worden ingevuld; de 

term ‘generiek’ wordt gebruikt om aan te geven dat het gaat om een richtlijn die is te gebruiken voor alle soorten hulpmiddelen ongeacht de wijze van financiering. De Basisrichtlijn (BRL) is in die zin dus een Multiprofessionele, procesmatige richtlijn. 

RiFA (CG-Raad,2010) 

Beenprothese 

Een beenprothese is een uitwendig hulpmiddel dat een afwezig of deficiënt been78 geheel of gedeeltelijk vervangt. Een beenprothese is een geïntegreerde constructie die opgebouwd is uit componenten. 

Bougie, 2019 

Behandelkader 

Een behandelkader is een landelijke set van minimale eisen met betrekking tot de behandeling van een vooraf gedefinieerde patiëntendoelgroep. Een behandelkader geeft aan wat de benodigde inhoudelijke deskundigheid en welke professionals betrokken moeten zijn. 

Het behandelkader dient inhoudelijk te worden afgestemd met de landelijke richtlijn. Op basis van een behandelkader kunnen behandelprogramma’s op lokaal niveau worden ontwikkeld. 

https://revalidatiegenee skunde.nl/behandelkade rs 

Beoogd functioneren 

Functies, activiteiten en participatie die de cliënt wil, kan en mag uitvoeren. Daarbij dient rekening gehouden te worden met wat haalbaar is (bijvoorbeeld gezien de ernst van de aandoening en de aanwezige stoornissen), de wensen van de cliënt zelf en externe en persoonlijke factoren (bijvoorbeeld beschikbaarheid hulp en hulpmiddelen, motivatie, financiële mogelijkheden, woonsituatie). 

Generiek model VRA 

Beperkingen 

De moeilijkheden die iemand heeft met het uitvoeren van bepaalde activiteiten. Een beperking kan een lichte of ernstige afwijking in kwalitatieve of kwantitatieve zin betreffen bij het uitvoeren van de activiteit. 

ICF (RIVM, 2002, 2018) 

Botverankerde prothese 

Een prothese waarbij de prothese componenten met behulp van een osseointegratie implantaat aan het lichaam van een persoon met een been/arm amputatie bevestigd zijn. 

Leijendekkers et al., 2016 

Chirurgisch team 

Het team van professionals dat zorgdraagt voor de cliënt die een amputatie ondergaat of heeft ondergaan (gericht op behandeling). 

NB Voor samenstelling van het chirurgisch 

team: zie tabel ‘betrokkenen’. 

 

Cliënt 

De betrokkene zelf / patiënt / prothesegebruiker / verzekerde, maar ook ouder / verzorger / mantelzorger / partner / kind / wettelijk vertegenwoordiger. 

Procesbeschrijving hulpmiddelenzorg / aangepast 

Classificatie- of codestelsel 

Een stelsel van regels waarin is vastgelegd hoe zorggegevens worden gegenereerd, vertaald, verzonden en gedecodeerd ten behoeve van elektronische uitwisseling. 

Zorginstituut 

Componenten, prothese- 

Onderdelen waaruit een arm- of beenprothese is opgebouwd.79. Het gaat meestal om één of 

Bougie, 2019 

 

 

meerdere halffabricaten. Bijvoorbeeld knie-units, enkel-voet units, liners en prothesekokers. 

 

‘Definitieve’ prothese 

De prothese die aan het einde van fase 4 is gemaakt / samengesteld. 

 

Doeltreffendheid en doelmatigheid 

Zie effectiviteit en efficiëntie 

 

Effectiviteit (doeltreffendheid) en efficiëntie (doelmatigheid of kosteneffectiviteit) 

 

Dit zijn twee gerelateerde begrippen met een delicaat maar niettemin belangrijk verschil in de betekenis. 

Doeltreffendheid of effectiviteit geeft aan dat het doel van een activiteit gerealiseerd wordt. 

 

Doelmatigheid of efficiëntie of kosteneffectiviteit is het bereiken van een doel met gebruik van zo weinig mogelijk middelen. Een proces is doelmatig als het ten opzichte van een norm weinig middelen gebruikt. Deze middelen kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op tijd, inspanning, arbeidsuren, grondstoffen of geld. Het voorkomen van verspilling is vaak een goede manier om de doelmatigheid te vergroten. 

 

NB1 als je het over zorg hebt is het beter over doeltreffend en doelmatig te hebben (i.p.v. over doelmatig en doeltreffend) omdat onderzoek naar doelmatigheid geen zin heeft als een interventie niet effectief is. De eerste stap is dus altijd kijken naar de doeltreffendheid en als die op orde is, kan onderzoek worden gedaan naar de doelmatigheid. 

NB2 bij vragen rond ‘doelmatigheid vanuit cliëntenperspectief’ gaat het eigenlijk altijd over doeltreffendheid in het kader van een prothese: 

doet de prothese dat wat de cliënt ervan verwacht. 

Bij vragen rond ‘doelmatigheid vanuit 

zorgverzekeraarsperspectief’ gaat het meestal om ‘echte’ doelmatigheid. De prothese moet doen waarvoor het is bedoeld maar tegen zo min mogelijk kosten. 

Oproep Goed Gebruik Hulpmiddelenzorg – open ronde 3; https://www.zonmw.nl/f ileadmin/user_upload/O pen_ronde_3.pdf 

Eigen regie 

Vermogen van een persoon om zelf te bepalen op welke wijze hij het eigen leven inricht (wonen, werken, sociale contacten) en hoe de zorg en/of begeleiding bij eventuele ziekte daarbij wordt ingevuld. 

Glossarium Zorginstituut 

Externe factoren 

Deze verwijzen naar alle aspecten van de externe of extrinsieke wereld die de achtergrond van iemands leven vormen en als zodanig iemands functioneren beïnvloeden. Externe factoren omvatten de al dan niet door mensen gemaakte, fysieke wereld en zijn verschijnselen, andere mensen in verschillende relaties en rollen, attitudes en waarden, sociale systemen en dienstverlening, beleid, regels en wetten. 

ICF (RIVM, 2002, 2018) 

Functiegerichte aanspraak 

De verzekeringsrechten in de zorgverzekeringswet zijn functiegericht omschreven. Dat betekent dat in 

Memorie van Toelichting Zorgverzekeringswet 

 

de Zvw bepaald is welke zorg verzekerd is (het wat), maar dat niet bepaald wordt welke persoon of instelling deze zorg moet verlenen (het wie en hoe). 

 

Functies 

Functies zijn de fysiologische en mentale eigenschappen van het menselijk organisme. 

ICF (RIVM, 2002, 2018) 

Functionaliteitsdiagnose 

Een beroepsspecifiek oordeel van de zorgverlener over het gezondheidsprofiel van de cliënt als basis voor het – in samenspraak met de cliënt – op te stellen behandelplan. 

Naar: Heerkens et al., 1997 

Functionele eisen 

De functionele eisen geven weer aan welke eisen het in te zetten product moet voldoen qua uitvoering en mogelijkheden. Deze eisen zijn merkonafhankelijk wat betekent dat er geen type / merk product aan is gekoppeld. 

Nictiz/ kopgroep EvT 

Functioneren 

Functioneren is de parapluterm voor functies, anatomische eigenschappen, activiteiten en participatie. Het functioneren van een persoon kan worden beschreven met behulp van een (combinatie van) functie(s) en/of anatomische eigenschap(pen) en/of activiteit(en) en/of participatie. 

ICF (RIVM, 2002, 2018) 

Functionerend hulpmiddel 

Zie hulpmiddel, functionerend 

 

Functioneringsgericht voorschrijven 

In de Zvw verzekerde hulpmiddelenzorg betekent functioneringsgericht voorschrijven dat bij de keuze van een adequaat hulpmiddel rekening gehouden wordt met de functioneringsproblemen van de individuele verzekerde. 

PH (Nictiz, 2009) 

Functioneringsproblemen en daaruit voorkomende behoeften 

Bij functioneringsproblemen is er sprake van een (combinatie van) stoornis(sen) en/of beperking(en) en/of participatieproble(e)m(en). Voortkomend uit de aandoening ontstaan stoornissen en beperkingen die het functioneren van verzekerde in zekere mate belemmeren. Gekoppeld aan die stoornissen en beperkingen bestaan er behoeften bij verzekerde om deze problemen op enigerlei wijze te compenseren dan wel op te heffen. 

PH (Nictiz, 2009) / ICF (RIVM, 2002, 2018) 

Generieke module 

Zie zorgmodule. 

 

Hulpmiddel 

Any product (including devices, equipment, instruments and software), especially produced or generally available, used by or for persons with disability 

  • for participation 
  • to protect, support, train, measure or substitute for body functions/structures and activities; or 

ISO 9999, 2016 

 

  • to prevent impairments, activity limitations or participation restrictions 

NB1 er is nog geen Nederlandse vertaling beschikbaar van de ISO 9999, 2016 

NB2 niet alle hulpmiddelen zijn ook ‘medische’ 

hulpmiddelen, maar prothesen zijn dat wel! 

 

Hulpmiddel, aanpasbaar 

Een hulpmiddel dat ontworpen en gemaakt is om te voldoen aan bepaalde functionele behoeften. Is normaliter beschikbaar in een aantal maatvoeringen. Het hulpmiddel behoeft aanpassing door de leverancier om het geschikt te maken voor gebruik door een bepaalde cliënt. Een geprefabriceerd hulpmiddel wordt industrieel seriematig vervaardigd op basis van standaard maten en modellen. 

Voor het geprefabriceerd hulpmiddel op de markt gebracht wordt moet het voldoen aan de Richtlijn Medische Hulpmiddelen en voorzien zijn van de CE-conformiteitmarkering. 

 

Hulpmiddel, aanvullend 

Een hulpmiddel dat naast de prothese wordt gebruikt om het beoogd functioneren te realiseren (bijv. een kruk of een rolstoel). 

 

Hulpmiddel, adequaat 

Een hulpmiddel is adequaat (passend / geschikt) als het doet wat het moet doen rekening houdend met de omstandigheden die het functioneringsprobleem van de cliënt bepalen (doeltreffend en cliëntgericht), maar als het niet ingewikkelder is dan nodig (doelmatig). 

 

Hulpmiddel, functionerend 

Het hulpmiddel is gebruiksklaar (het hulpmiddel werkt en de verzekerde weet hoe hij met het hulpmiddel om moet gaan). Het hulpmiddel is te allen tijde adequaat (gepast of geschikt voor de omstandigheden van de verzekerde). 

Rijksoverheid 

Hulpmiddel, medisch 

Medisch hulpmiddel is elk instrument, toestel of apparaat, software, implantaat, reagens of materiaal, dat door de fabrikant is bestemd om alleen of in combinatie te worden gebruikt bij de mens voor een of meer van de volgende specifieke medische doeleinden: 

  • diagnose, preventie, monitoring, voorspelling, prognose, behandeling of verlichting van ziekte; 
  • diagnose, monitoring, behandeling, verlichting of compensatie van een letsel of beperking; 
  • onderzoek naar of vervanging of wijziging van de anatomie of van een fysiologische of pathologische toestand; 
  • Informatieverstrekking via in vitro- onderzoek van specimens afkomstig van 

MDR (EU) 2017/745 art. 

2, lid 2 

 

het menselijk lichaam, waaronder orgaan- 

, bloed- en weefseldonaties; waarbij de belangrijkste werking in of op het 

menselijk lichaam niet met farmacologische of immunologische middelen of door metabolisme wordt bereikt, maar wel door dergelijke middelen kan worden ondersteund. 

 

Hulpmiddelenzorg 

Het geheel van op elkaar afgestemde zorg rond hulpmiddelen. Het proces start bij het signaleren van het probleem en eindigt bij de evaluatie of het hulpmiddel beantwoordt aan het beoogde doel. 

Tussentijdse beëindiging van het proces is aan de orde als blijkt dat het hulpmiddel geen geschikte oplossing is. Tussentijds instappen is aan de orde als het gaat om vervanging van het hulpmiddel bij een ongewijzigde situatie en een stabiel verloop. 

 

Het Generiek Kwaliteitskader Hulpmiddelenzorg beschrijft wat goede hulpmiddelenzorg voor thuiswonende cliënten inhoudt. Uitgangspunt: iedere verzekerde die daar recht op heeft, moet – binnen de reikwijdte van de zorgplicht – een hulpmiddel krijgen dat het beste past bij zijn of haar persoonlijke situatie. Het Kwaliteitskader beschrijft hoe dat proces hoort te verlopen. De zorgvraag van de cliënt weegt daarbij zwaar. 

PH (Nictiz, 2009) 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

https://www.hulpmiddel enzorg.nl/goede- hulpmiddelenzorg/ 

Hulpvraag 

Motief en doel van de patiënt om bij een zorgverlener te komen, bepaald door eigen opvattingen en belevingen. Daartoe behoren ook de verwachtingen van de hulp van de zorgverlener. 

 

Human Related Intended use (HRIU) 

Dat wat het hulpmiddel, beredeneerd vanuit beoogd functioneren, mogelijk moet maken in de ogen van de cliënt. Activiteiten die de cliënt met het hulpmiddel wil doen (bijvoorbeeld boodschappen kunnen doen, kunnen sporten), dan wel die door het hulpmiddel worden overgenomen (bijvoorbeeld traplopen) en functies / anatomische eigenschappen die door het hulpmiddel worden ondersteund (bijvoorbeeld ademhaling) of vervangen/overgenomen (bijvoorbeeld bij iemand die een ledemaat mist). 

PH (Nictiz, 2009) 

Indicator 

Een meetinstrument als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder aa van de Zorgverzekeringswet. 

Meetbaar aspect, uitgedrukt in een getal of percentage, dat iets zegt over de kwaliteit van zorg; gewoonlijk wordt een norm gesteld waaraan voldaan moet worden. 

Zorginstituut 

Informatiestandaard 

Een informatiestandaard is een verzameling afspraken die er voor moeten zorgen dat partijen in de zorg informatie over de verleende zorg met de juiste kwaliteit betrouwbaar en tijdig kunnen 

vastleggen, opvragen, uitwisselen en overdragen. 

Zorginstituut 

 

 

 

 

Kokerprothese 

Een prothese waarbij de prothese componenten met behulp van een prothesekoker aan het lichaam van een persoon met een been/arm amputatie bevestigd zijn. 

Paterno et al., 2018 

Kwaliteitskader 

Een document met landelijke normen voor de organisatie van zorg en het kwaliteitsbeleid binnen een bepaalde sector, discipline of onderdeel van de zorg en de (rand)voorwaarden die daarvoor nodig zijn. Dit vormt de basis voor het nemen van bestuurlijke verantwoordelijkheid en afleggen van verantwoording, en voor toezicht en bekostiging. Het kwaliteitskader is leidend voor nadere beschrijving van de zorg in richtlijnen en zorgstandaarden. 

ZIN, 2014 / 2019 

Kwaliteitsstandaard 

Richtlijn, module, norm, zorgstandaard dan wel organisatiebeschrijving, die: 

  1. betrekking heeft op het gehele zorgproces of een deel van een zorgproces; 
  1. vastlegt wat noodzakelijk is om vanuit het perspectief van de cliënt goede zorg te verlenen; en c. overeenkomstig artikel 11a in het openbaar register is opgenomen. 

ZIN, 2014/2019 

Liner80 

Een interface die wordt toegepast als tussenlaag tussen de huid en de binnenwand van de prothese koker. 

NB Liners worden gebruikt om de prothesekoker te verbinden aan de stomp. Daarbij draagt de liner ook bij aan het optimaliseren van het krachtenspel op de stomp en krachten die overgebracht moeten worden naar de prothesekoker en de prothese als geheel. 

Bougie, 2019 

Machtiging 

Voor sommige behandelingen, waaronder hulpmiddelen, moet de cliënt vooraf toestemming (machtiging) aanvragen bij zijn zorgverzekeraar. 

Pas als de cliënt die toestemming heeft, krijgt hij de kosten vergoed. Wordt vooraf geen toestemming (machtiging) aangevraagd, dan is het mogelijk dat de cliënt geen vergoeding krijgt. 

Meestal is het zo dat als een zorgverlener een contract heeft met deze zorgverzekeraar, de zorgverlener de machtiging voor de cliënt aanvraagt. Bij een zorgverlener zonder contract dient de cliënt zelf een toestemmingsformulier in te vullen samen met de zorgverlener. 

 

Medical Device Regulation (MDR) 

De Medical Device Regulation (2017/745/EU) is op 25 mei 2017 van kracht geworden. Na een overgangsperiode gelden vanaf 26 mei 2020 in de 

 

 

 

Europese Unie deze nieuwe strengere regels voor medische hulpmiddelen.81 

 

Meetinstrument 

Een middel (vragenlijst of indicator) waarmee een indicatie kan worden verkregen van de kwaliteit van de geleverde zorg. 

Zvw, Art. 1 eerste lid onder aa 

Module 

Zie zorgmodule 

 

Oefenopstelling 

Een tijdelijke opstelling die toetst of de voorgestelde oplossing tegemoet komt aan de gestelde functionele eisen en of de cliënt in staat is de voorgestelde armprothese aan te sturen/ te bedienen / adequaat te gebruiken en te ervaren. De oefenopstelling is onderdeel van het selectieproces en met name bedoeld om de match tussen het programma van eisen en de te koppelen producteigenschappen te maken. 

 

Oefenprothese 

Van een oefenprothese wordt gebruik gemaakt om de kijken of het voorgesteld ontwerp geschikt is met betrekking tot de huidbelastbaarheid in relatie tot (overbrengen van) gewicht. De oefenprothese heeft een universele pasvorm is eigendom van de zorginstelling. 

 

Onderhoudsplan 

Plan waarin staat aangegeven wie de eigenaar is van de module en hoe deze wordt onderhouden. 

 

Oplossingsrichting 

In het kader van hulpmiddelenzorg wordt hiermee bedoeld dat een keuze wordt gemaakt tussen het al dan niet inzetten van het binnen het betreffende Kwaliteitskader centraal staande hulpmiddel (hier een prothese), een andere zorgvorm (bijv. een operatie of medicatie) of een ander hulpmiddel (bijv. een rolstoel) dan wel een combinatie van het betreffende hulpmiddel (hier prothese) met een andere zorgvorm of een ander hulpmiddel. 

NB Als niet gekozen wordt voor een prothese eindigt het proces van prothesehulpmiddelenzorg. 

 

Osseointegratie implantaat 

Een implantaat wat met zijn proximale uiteinde chirurgisch geïmplanteerd wordt in de intramedullaire holte van een bot en met het distale uiteinde percutaan uit de stomp steekt. De verankering van het implantaat in het bot vindt primair chirurgisch plaats en secundair door 

‘osseointegratie’ (een mechanische verbinding 

tussen het botweefsel en het metalen implantaat). 

Thesleff et al., 2018 

Participatie 

Iemands deelname aan het maatschappelijk leven. 

ICF (RIVM, 2002, 2018) 

Participatieproblemen 

Participatieproblemen zijn de problemen die iemand heeft met het deelnemen aan het maatschappelijk leven. 

ICF (RIVM, 2002, 2018) 

Paskoker 

De paskoker is bedoeld als tussentijdse toets op de juiste pasvorm (contour en volume). De paskoker is daarmee onderdeel van het productieproces van een prothese. 

 

Probeerfase 

De fase waarin de prothese – met eventuele wisseling van componenten – wordt geprobeerd voor zover het gekozen ontwerp uitproberen toelaat. 

 

Product Related Intended Use (PRIU) 

Een productkenmerk waarmee de fabrikant aangeeft wat de cliënt van het product kan en mag verwachten. Het is dus een kenmerk met een wettelijke status. Uitgeschreven gaat het om de volgende soorten producteigenschappen: 

  • De functionaliteit van het hulpmiddel: Activiteiten waarbij het hulpmiddel kan worden gebruikt (bijvoorbeeld traplopen) en de stoornissen die door het hulpmiddel worden gecompenseerd (bijvoorbeeld afwijkende stand of verminderde belastbaarheid van een gewricht) 
  • De technische capaciteiten van het hulpmiddel: deze eigenschappen bepalen in welke mate de functionaliteit haalbaar is: bijvoorbeeld hoe goed absorbeert het incontinentiemateriaal, hoe stijf is het materiaal, welke krachten kunnen worden opgevangen; 
  • De gebruiksvriendelijkheid en het comfort van het hulpmiddel: wat zijn de materiaaleigenschappen (hypo allergeen), draaggemak, transporteerbaarheid, bevestiging, gemak van aan- en uit/afdoen. De ergonomische kant in traditionele zin; de handzaamheid, de hanteerbaarheid, generieke operationele aspecten; 
  • De uiterlijke kenmerken van het hulpmiddel: de eigenschappen die bepalen hoe het hulpmiddel eruit ziet zonder dat ze van invloed zijn op de functionaliteit (kleur, (on)zichtbaarheid, etc.); 
  • Overige eigenschappen die van invloed kunnen zijn op de keuze van het hulpmiddel (bijvoorbeeld onderhoud, materiaal, instelbaarheid). 

RiFA (CG-Raad, 2010) 

Proefprothese 

Dit is de voorfase van de ‘definitieve’ prothese en 

kan zowel in een therapeutische setting als in de thuissituatie ingezet worden. De proefprothese 

 

 

 

sluit nauw aan op de behoeften vanuit het PvE en heeft een individuele pasvorm. In technische zin wordt de proefprothese zo geconstrueerd dat de beoogde pasvorm en fitting eventueel goed aanpasbaar zijn en dat de uitlijning van de prothese eenvoudig verstelbaar is. 

 

Programma van eisen 

Een specificatie van de vereiste productkenmerken voor een hulpmiddel. Het programma van eisen komt tot stand door de verwachtingen ten aanzien van het hulpmiddel (weergegeven in human related intended use {HRIU]) te matchen met algemene productkenmerken (weergegeven in product related intended use [PRIU]). 

RiFA (CG-Raad, 2010) 

Prothese, arm 

Zie armprothese 

 

Prothese, been- 

Zie beenprothese 

 

Prothese, botverankerde 

Zie botverankerde prothese 

 

Prothese, ‘definitieve’ 

Zie ‘definitieve’ prothese 

 

Prothese, koker- 

Zie kokerprothese 

 

Prothese, oefen- 

Zie oefenprothese 

 

Prothese, proef- 

Zie proefprothese 

 

Prothese, soort 

Qua ledemaat: arm- en beenprothese. Qua bevestiging: kokerprothesen en botverankerde prothesen. 

 

Prothesecomponent 

Zie component 

 

Prothesekoker 

Het component van de prothese die de stomp omvat en beschermt en tevens krachten overbrengt van het lichaam naar de rest van de prothese. Aan de koker worden de overige componenten bevestigd. 

 

Prothesezorg 

Zie hulpmiddelenzorg 

 

Protocol 

Aanpassing op maat van een zorginhoudelijke richtlijn voor gebruik in een bepaalde omgeving. 

RiFA (CG-Raad, 2010) 

Register 

Openbaar Register als bedoeld in artikel 66b, eerste lid van de Zorgverzekeringswet, waarin kwaliteitsstandaarden, informatiestandaarden en meetinstrumenten worden opgenomen die getoetst zijn aan de criteria uit het Toetsingskader. Het Register is bedoeld om transparantie te bevorderen en kwaliteit van zorg voor iedereen zichtbaar te maken, zowel voor professionals als voor burgers. 

Zorginstituut 

 

Revalidatie 

‘Het (weer) valide worden’ is een overkoepelende term die in grote lijnen onderverdeeld kan worden in Medisch Specialistische Revalidatie, Revalidatiegeneeskunde, eerstelijnsrevalidatie en geriatrische revalidatiezorg (GRZ). 

Position Paper Revalidatiegeneeskunde 

Revalidatie, medisch specialistische 

Medisch specialistische revalidatie is toegerust voor diagnostiek en behandeling van kinderen en volwassenen met complexe, vaak blijvende en met elkaar samenhangende problemen van (de ontwikkeling van) functies als motoriek, sensoriek, cognitie, spraak, taal en/of gedrag. 

Bovengenoemde problemen kunnen worden veroorzaakt door aangeboren of verworven ziekten en/of aandoeningen (beschadigingen) van het houdings- en bewegingsapparaat, het centrale en/of perifere zenuwstelsel, de cardiovasculaire of pulmonale systemen of van een combinatie hiervan. Niet in alle gevallen (bijvoorbeeld bij jonge kinderen) is zo’n oorzaak (al) vast te stellen. 

Bovengenoemde problemen hebben gevolgen voor activiteiten als zelfverzorging, zich verplaatsen, denken en handelen en/of communiceren, met mogelijk ernstige consequenties voor de participatie in interpersoonlijke relaties, de rol in gezin, het huishouden, school of werk en vrijetijdsbesteding en voor sociaal- maatschappelijke functioneren. 

VRA/RN. Nota indicatiestelling. 2016 

Revalidatieteam 

Het team van professionals dat er voor zorgt dat de cliënt een adequate, functionerende prothese krijgt. 

NB Voor samenstelling van het revalidatieteam: zie tabel 6.1. 

 

Richtlijn 

Document met aanbevelingen ter ondersteuning van zorgprofessionals en zorggebruikers, gericht op het verbeteren van de kwaliteit van zorg, berustend op systematische samenvattingen van wetenschappelijk onderzoek en afwegingen van de voor- en nadelen van de verschillende zorgopties, aangevuld met de expertise en ervaringen van zorgprofessionals en zorggebruikers. 

ZIN, 2014 / 2019 

Samen beslissen 

Samen beslissen (gedeelde besluitvorming, shared decision making) gaat uit van het principe dat als cliënten goed geïnformeerd worden door zorgverleners, en zelf actief betrokken worden bij de besluitvorming rond hun behandeling / zorg ze samen de best passende behandeloptie / zorgoptie kiezen. Het gaat uit van de gedachte dat zorgverleners en cliënten verschillende, maar even belangrijke, expertise in te brengen hebben bij het 

maken van beslissingen rond de zorg. Samen 

FMS, 2019 

Iets aangepast; het gaat niet alleen om artsen, maar om alle zorgverleners. 

 

 

beslissen betekent voor zorgverleners dat ze beter kunnen inspelen op de behoeften en voorkeuren van de cliënt. Voor de cliënt betekent samen beslissen dat er een keuze wordt gemaakt die het beste aansluit bij de eigen situatie en diens persoonlijke voorkeuren. 

 

In het proces van samen beslissen worden de volgende stappen doorlopen om ervoor te zorgen dat de beslissingen corresponderen met wat passend is voor de cliënt. 

Stap 1: Aangeven dat de cliënt meer dan één optie heeft en dat hij daar een stem in heeft. 

Stap 2: Bespreken van de verschillende opties met de cliënt waarin de volgende punten worden meegenomen: 

  • voor- en nadelen en risico’s van de 

opties; 

  • verwachte uitkomsten van de opties; 
  • de voorkeuren, behoeften en omstandigheden van de cliënt; 
  • de mogelijke invloed van de opties op diens persoonlijke situatie. 

Stap 3: Het samen komen tot een beslissing over het te volgen beleid. 

 

Aandachtspunten voor het proces van samen beslissen: 

  1. Er zijn meer opties waarbij ‘niets doen’ of ‘afwachten’ ook opties kunnen zijn. 
  1. De zorgverlener is bereid en gemotiveerd om de cliënt mee te laten beslissen. 
  1. De zorgverlener laat de voorkeuren, behoeften en omstandigheden van de cliënt meewegen in beleidsbeslissingen. 
  1. De cliënt moet de tijd hebben om over de beslissing na te denken (waarbij de benodigde tijd [Time out] o.a. af hangt van de behoefte van de cliënt en de medische urgentie om tot een besluit te komen). 
  1. De informatie aan de cliënt is afgestemd op diens gezondheidsvaardigheden. 

 

Selecteren 

Uitzoeken van de hulpmiddelen die voldoen aan het programma van eisen. 

Procesbeschrijving Hulpmiddelenzorg (Nictiz-CVZ) 

Stepped care 

Het principe van stepped care is: de patiënt wordt niet zwaarder behandeld dan strikt noodzakelijk is. Er wordt dus gestart met de eenvoudigste interventie die past bij de aandoening of de klachten. Pas als deze minimale interventie onvoldoende effect heeft, wordt naar een intensievere interventie overgegaan. 

In het kader van prothesezorg betekent stepped care, dat de eenvoudigste prothese wordt 

Bijlage bij Protocollair GGZ, editie 2014 / Nederlands Huisartsen Genootschap: https://www.nhg.org/sit es/default/files/content/ nhg_org/images/thema/ stepped_care.pdf 

 

geselecteerd die lijkt te voldoen aan de eisen om te komen tot het beoogd functioneren. Als deze prothese niet aan de behoefte van de gebruiker voldoet, wordt gekozen voor een betere variant. 

 

Stoornissen 

Stoornissen zijn afwijkingen in of verlies van functies of anatomische eigenschappen. 

ICF (RIVM, 2002, 2018) 

Taakdelegatie 

Taakdelegatie is het niet structureel herverdelen van taken die in opdracht en onder supervisie worden uitgevoerd, waarbij de eindverantwoordelijkheid blijft bij de delegerende professional. 

Nivel, 2017; https://www.nivel.nl/sit es/default/files/bestand en/Kansen_taakdelegati e_bedrijfsartsen.pdf 

Taakherschikking 

Taakherschikking is het structureel herverdelen van taken en bijbehorende bevoegdheden en eindverantwoordelijkheid tussen verschillende beroepen. 

 

Trainen 

Het leren omgaan met het hulpmiddel. De training is in feite gericht op het verkrijgen van voldoende vaardigheden in het gebruik van het hulpmiddel ter compensatie van de functioneringsproblemen. 

PH (Nictiz, 2009) 

Zelfmanagement 

Zelfmanagement is het individuele vermogen om goed om te gaan met symptomen, behandeling, lichamelijke en sociale consequenties en leefstijlveranderingen inherent aan leven met een chronische aandoening. 

http://www.improvingch roniccare.org/ 

Zorgaanbieder 

Een zorginstelling dan wel een solistisch werkende zorgverlener. 

 

Zorgdossier 

Het totaal van informatie met betrekking tot de gezondheid van een cliënt inclusief de voor de cliënt vastgelegde diagnostiek en behandeling en de behandelingsovereenkomst. 

 

Zorginhoudelijke richtlijn 

Stelsel van systematisch ontwikkelde aanwijzingen ter ondersteuning van de besluitvorming van zorgpartijen omtrent te verlenen zorghandelingen met betrekking tot een gezondheidskwestie in gespecificeerde zorgsituaties. 

NVN-EN 13940 

Zorginstelling 

Een organisatie waarvan het hoofddoel de verzorging of behandeling van patiënten, of de bevordering van de volksgezondheid is; toevoeging in overwegingen: waaronder ziekenhuizen en instellingen, zoals laboratoria en volksgezondheidsinstituten 

 

Hieronder moet in ieder geval het begrip ‘zorgaanbieder’, zoals gedefinieerd in artikel 1 van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg, worden begrepen. 

MDR (EU)2017/745 art. 

2 lid 36, Wet medische hulpmiddelen (in concept bij Eerste Kamer) 

Zorgmodule 

Onderdeel van een zorgstandaard bestaande uit generieke componenten. Zorgmodules zijn ziekte- overschrijdend en werken verbindend tussen zorgstandaarden. 

In het kader van prothesezorg is gekozen voor de term module. 

BOH, 2017 

Zorgplan 

Beschrijving van geplande, op één persoon toegesneden zorgpakketten waarin één of meer gezondheids-kwesties worden behandeld, en die alle door een zorgverlener aan een cliënt te verlenen zorghandelingen omvatten. In het zorgplan kunnen handelingen van meerdere zorgverleners staan. 

Zorginstituut 

Zorgplicht 

  1. De zorgverzekeraar heeft jegens zijn verzekerden een zorgplicht die zodanig wordt vormgegeven, dat de verzekerde bij wie het verzekerde risico zich voordoet, krachtens de zorgverzekering recht heeft op prestaties bestaande uit: a. de zorg of de overige diensten waaraan hij behoefte heeft, of b. vergoeding van de kosten van deze zorg of overige diensten alsmede, desgevraagd, activiteiten gericht op het verkrijgen van deze zorg of diensten. 
  1. Het waarborgen dat burgers de zorg kunnen krijgen die zij nodig hebben. De zorgverzekeraars, als uitvoerders van de verzekering, komt een belangrijke rol toe bij het realiseren van dat doel. Het gaat er daarbij niet alleen om dat de betaling van de kosten is gewaarborgd. Het gaat er ook om dat de burgers de verzekerde zorg in voorkomend geval ook werkelijk kunnen verkrijgen. 
  1. Onder de zorgplicht van een zorgverzekeraar wordt verstaan de verplichting ervoor te zorgen dat een verzekerde de zorg, of vergoeding van de kosten van zorg alsmede desgevraagd zorgbemiddeling, krijgt waar hij behoefte aan en wettelijk aanspraak op heeft. Het gaat hierbij niet alleen om de inhoud en omvang van de (vergoeding van) zorg, maar ook om de kwaliteit, tijdigheid en bereikbaarheid van de verzekerde zorg. 

Memorie van Toelichting Zorgverzekeringswet https://zoek.officielebek endmakingen.nl/kst- 29763-3.html 

Zorgproces 

Ontvangst en verwerking van informatie- en zorgvragen, vaststellen van de benodigde zorg, zorgbemiddeling, zorgtoewijzing, uitvoering zorgplan en evaluatie en afsluiting van de geboden zorg. 

ZIN, 2015/2018 

Zorgstandaard 

Document dat de standaardisatie beschrijft van het zorgproces en de stappen die de zorggebruiker doorloopt, ter ondersteuning van zorggebruikers, 

ZIN, 2014/2019 

 

zorgaanbieders, zorgprofessionals en financiers van de zorg. 

 

Zorgverlener 

Iedere arts, PA-prothesiologie, ergo- 

/fysiotherapeut en verpleegkundige die – in het kader van de prothesezorg – betrokken is bij keuzen over gebruik, aanschaf, selectie en dergelijke van een prothese (al dan niet in combinatie met andere vormen van zorg en/of een ander aanvullend hulpmiddel). De betrokkenheid van een zorgverlener bij deze keuzen geeft een verantwoordelijkheid om daarbij zorgvuldig en integer te opereren. 

NB1 Voor eenduidigheid in dit document zijn de verwante termen, zorgdeskundige, zorgprofessional en voorschrijver vervangen door de ruim te interpreteren term zorgverlener. 

NB2 In tabel 6.1 is aangegeven welke zorgverleners een rol spelen in het kader van de Module Prothesezorg. 

 

Zorgvraag 

De samen met de zorgverlener geformuleerde vraag naar door een zorgverlener te verlenen zorg en ondersteuning rond selectie, aanschaf en gebruik van hulpmiddelen (in het kader van de voorliggende module gaat het om de prothese zelf en eventuele aanvullende hulpmiddelen).